Regelgeving dual-use
1. Definitie: wat is een dual-use goed?
Dual-use goederen en technologie (E: dual-use items and technologies), ook gekend als goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik, worden in Verordening (EG) nr. 428/2009 gedefinieerd als “producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, die zowel een civiele als een militaire bestemming kunnen hebben, met inbegrip van alle goederen die voor niet-explosieve doeleinden gebruikt kunnen worden en op enige manier bijdragen in de vervaardiging van nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen”. Onder militaire toepassing vallen zowel conventionele als onconventionele wapens (Nucleair, Radiologisch, Bacteriologisch en Chemisch). Deze tweede groep kennen we onder meer gebruikelijke namen zoals N(R)BC-wapens of “massavernietigingswapens” (E: WMD: Weapons of Mass Destruction).
Door de geschiedenis heen hebben veel landen civiele technologische verwezenlijkingen en expertise gebruikt om parallel of na verloop van tijd een militair programma te ontwikkelen.
In de afgelopen decennia zijn nucleaire en ballistische wapens de meest duidelijke voorbeelden van een overzet van dual-use technologie van civiel naar militair.
De meeste geïndustrialiseerde landen hebben op verschillende niveau’s uitvoercontrolemaatregelen voor deze goederen ingevoerd.
2. Regeling en categorieën van goederen
Binnen de Europese Unie is Verordening (EG) nr. 428/2009 van toepassing, die dual-use goederen in 10 categorieën (van 0 tot 9) indeelt. Deze categorieën worden vermeld in Bijlage I van de Verordening.
De Bijlage “is een technische implementatie van internationaal overeengekomen vergunningsregelingen voor goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder het Wassenaar Arrangement, het ‘Missile Technology Control Regime’, de Groep van Nucleaire Exportlanden, de Australiëgroep en het Verdrag inzake chemische wapens.”
Concreet worden de controlelijsten van iedere internationale regeling geregeld herzien. Dit betreft de goederenlijsten die opgenomen zijn in Bijlage I van de Europese regelgeving.
3. Welke goederen bedoelen we?
Verordening (EG) nr. 428/2009 definieert tien categorieën goederen, genummerd van 0 tot 9. Ze zijn als volgt:
Categorie | Overeenstemmende goederen en technologie |
0 | Nucleaire goederen |
1 | Speciale materialen en aanverwante apparatuur |
2 | Materiaalbewerking |
3 | Elektronica |
4 | Computers |
5 | Telecommunicatie en “informatiebeveiliging”
Deel 1: Telecommunicatie Deel 2: “Informatiebeveiliging” |
6 | Sensoren en lasers |
7 | Navigatie en vliegtuigelektronica |
8 | Zeewezen en schepen |
9 | Ruimtevaart en voortstuwing |
Voor deze goederen is een uitvoervergunning vereist voor de uitvoer naar landen buiten de Europese Unie.
Deze lijst houdt rekening met technologische ontwikkelingen. Bijgevolg wordt het regelmatig bijgewerkt. De meest recente evolutie wordt uitgestippeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2199. De lijst van goederen wordt regelmatig geüpdatet door de verschillende multilaterale exportcontroleregimes (Wassenaar Arrangement, Australia Group, Nuclear Suppliers Group, Organisatie voor het verbod op chemische wapens en Missile Technology Control Regime).
Verordening (EG) nr. 428/2009 bepaalt tevens de regeling rond het Bewijs van Registratie voor de Uniale Algemene Uitvoervergunning , waarmee uitvoervergunningen voor bepaalde goederen naar specifieke bestemmingen kunnen worden verleend. Deze UAV’s zijn te vinden in Verordening (EU) nr. 1232/2011.
De catch-all clausule
Bepaalde goederen die niet onder de Europese verordening vallen kunnen desondanks het voorwerp zijn van een aanvraag voor een vergunning van de Cel vergunningen. Er wordt een “catch-all clausule” voorzien door de regelgeving. Deze clausule verleent een beoordelingsmarge aan de vergunningverlenende instantie. In concrete termen wil dit zeggen dat de Cel vergunningen, gelet op de aard van het goed, het eindgebruik en de geopolitieke situatie van het land van bestemming, een vergunning kan afkeuren zelfs wanneer de verhandeling van het goed niet uitdrukkelijk verboden is.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de technische specificaties van de voor uitvoer bedoelde goederen zeer dicht aanleunen bij gesanctioneerde goederen. Een ander voorbeeld is wanneer de uiteindelijke ontvanger niet de gewenste garanties van non-proliferatie biedt.
4. Wie moet een vergunning aanvragen?
Het begrip “uitvoerder” wordt nauwkeurig omschreven in punt 2.3 van het reglement. Het betreft de persoon die gemachtigd is om te besluiten dat goederen het douanegebied van de Europese Unie mogen verlaten. Concreet moet de persoon die in het bezit is van het contract de vergunningaanvraag indienen. Een individu met zijn domicilie in Brussel, of een rechtspersoon (vennootschap), waarvan de maatschappelijke zetel (wat niet per se hetzelfde is als de exploitatiezetel) is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, valt onder onze jurisdictie.
5. Wat zijn de verschillende soorten vergunningen?
Er zijn meerdere soorten licenties van toepassing op goederen en technologie voor tweeërlei gebruik:
Individuele exportvergunning (of machtiging): dit is een licentie die aan een uitvoerder wordt verleend waarbij de eindgebruiker of ontvanger zich in een derde land bevindt. De licentie heeft betrekking op één of meer producten voor tweeërlei gebruik.
Globale exportvergunning (of machtiging): dit is een vergunning voor uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik naar één of meer uitdrukkelijk aangeduide eindgebruikers en/of in één of meer uitdrukkelijk aangeduide derde landen.
Het Bewijs van Registratie voor de Uniale Algemene Uitvoervergunning: dit is een uitvoervergunning voor bepaalde aangeduide bestemmingen en voor bepaalde aangeduide goederencategorieën (zie Verordening (EU) nr. 1232/2011). Zes UAVs (UAV 001 ⇒ UAV 006) zijn voorzien. Men moet zich registeren bij de Cel vergunningen om in aanmerking te komen voor deze soort licentie. Men moet het volgende aanduiden in de vergunningaanvraag: de contactgegevens van de aanvrager, de goederen die voor export worden aangeboden, en de eindgebruiker alsook het gebruik van deze goederen.
Vergunningen voor uitvoer van nucleaire goederen binnen de Europese Unie: een vergunning is vereist voor intracommunautaire overdrachten van de dual-use goederen die zijn opgenomen in Bijlage IV van Verordening (EG) nr. 428/2009 . Door de eigenschappen die vermeld zijn in deel 2 van Bijlage IV, vallen zeniet onder een algemene machtiging.
Voor vergunningen voor de uitvoer van nucleaire goederen en technologie is in sommige gevallen voorafgaande toestemming van CANVEK (Adviescommissie voor de niet-verspreiding van kernwapens) nodig. De Federale Overheidsdienst Economie is hiervoor verantwoordelijk. De Cel vergunningen dient de aanvraag in bij deze commissie. De Cel fungeert dus als een one-stop-shop voor vergunningaanvragers.
6. Hoe lang is een vergunning geldig?
In het algemeen zijn vergunningen een jaar geldig. UAV’s zijn deze geldig voor onbepaalde duur. Individuele en globale vergunningen kunnen éénmaal verlengd worden.
7. Welke formulieren moet men indienen voor een vergunning?
Afhankelijk van de gewenste vergunning(en) zijn er verschillende formulieren. De vergunningaanvraag moet vergezeld worden van een eindgebruikscertificaat (E: End-Use Certificate). Dit is een verbintenis waarbij een eindgebruiker vaststelt om de goederen niet te gebruiken en/of opnieuw uit te voeren met het doel van proliferatie van massavernietigingswapens.
8. Voor welke bewegingen heeft men toestemming nodig?
Het gaat om de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van dual-use goederen. In de praktijk betekent dit dat invoer in België niet het onderwerp is van een autorisatieaanvraag.